“Wij zijn heel nuchter en ik had nogal wat scepsis tegenover hypnotherapie in het begin. Maar ik ben er heel erg tevreden over. Verrassend dat ik zo rustig en stil kon liggen en er toch steeds met mijn aandacht bij zijn. Dat ken ik helemaal niet van mezelf.

Het heeft me verbaasd dat ik me met hypnotherapie ècht heb kunnen overgeven en dat het voor mij heeft gewerkt. Ik ben echt veranderd. Ondanks mijn scepsis tegenover hypnotherapie. Het is rustiger geworden. In alles.”

 

Wetenschappers met scepsis tegenover hypnotherapie

De afgelopen decennia is er heel wat wetenschappelijk onderzoek verricht naar hypnotherapie. In veel gevallen door wetenschappers die niet zoveel vertrouwen hadden in de effectiviteit. Juist die onderzoeken hebben de scepsis tegenover hypnotherapie verminderd.

Zo was er de kinderarts die sceptisch tegenover hypnotherapie stond en wilde aantonen dat het geen effectieve behandeling zou zijn bij het Prikkelbare Darmsyndroom (PDS). Uit de resultaten bleek dat hypnotherapie de meest effectieve behandelvorm was bij PDS. Significant effectiever dan alle medische en andere behandelwijzen die waren onderzocht.

Inmiddels zijn er heel wat van dit soort voorbeelden, waarbij de scepsis tegenover hypnotherapie heeft geleid tot het wetenschappelijk aantonen van de effectiviteit van hypnotherapie. Binnen de neurologie, de verloskunde, de interne geneeskunde, de kindergeneeskunde, de interne geneeskunde, de psychologie, de oncologie, de geriatrie, de anesthesiologie en nog veel meer medische specialismen.

Lees over de wetenschappelijke onderbouwing van hypnotherapie.